Olga is al bijna twintig jaar wijkverpleegkundige in Den Haag bij Haagse Wijk- en Woonzorg. Daar werken meer dan 400 medewerkers in 33 wijkteams en specialistische teams waaronder casemanagement dementie en palliatieve zorg.
Ook is Olga bij de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden V&VN voorzitter van de afdeling Wijkverpleegkundigen. “Werken in de wijk is het allerleukst. Ik heb ook in het ziekenhuis, in een verpleeghuis en op een huisartsenpost gewerkt, maar dit springt er echt uit. Dit is hard aanpoten, maar wel erg afwisselend. Je komt bij de mensen thuis, krijgt een persoonlijke relatie en past je zoveel mogelijk aan.”
Minister Helder, bepakt met oliebollen als verrassing, kreeg verschillende cliënten in de wijk te zien. Een 71-jarige man die in het verleden een beroerte heeft gehad en nog hulp nodig heeft bij onder andere de medicatie, de steunkousen en het oogdruppelen. “Maar hij vertelde ook dat hij zijn heup gebroken had en vandaag fysiotherapie krijgt. Het is goed om te zien dat er zoveel mogelijk is in de wijk,” zei minister Helder. Ze vervolgde: “Mensen worden steeds ouder, wonen langer thuis en krijgen in de toekomst zo mogelijk zorg thuis. Dit vraagt meer van de wijkverpleging en de thuiszorg.”
Olga vertelde de minister dat er zorgen zijn in de wijkverpleging. “Zoals de krapte op de arbeidsmarkt, het moeten inzetten van zzp’ers en de versnippering van de vele zorgaanbieders. Daardoor is wijkgerichte preventie gezamenlijk breed opzetten een hele uitdaging in bepaalde wijken.”
Regie
Daarna toog het duo naar een 62-jarige cliënt die de afgelopen jaren behandeld is tegen kanker. De hele zorgzame familie kwam ook even kijken vanwege het hoge bezoek. Olga: “Hij krijgt dagelijks antibiotica via een infuus en heeft ook een drain op de buik die goed in de gaten moet worden gehouden. Meneer wil heel graag dingen zelf doen en dat leren we hem ook. Hij kwam thuis met sondevoeding en kon ook dat al snel zelf aanbrengen. Het drainzakje op de buik kan hij ook nu zelf verwisselen. Zelf de regie willen hebben is heel belangrijk voor onze cliënten en daarin ondersteunen we zoveel mogelijk.”
Vervolgens stapten de dames op de fiets naar een 86-jarige mevrouw die dementie heeft en een open wond op de been. De wond werd verzorgd door Olga: “Voorheen verzorgden we haar inmiddels overleden man. Later kregen we bij haar een ‘niet pluis’-gevoel en ook haar zoon - die mantelzorger is - gaf aan dat zijn moeder veel vergeet. Daarom komen we er twee keer per dag. Het dag- en nachtritme is weg en soms vergeet ze te eten. Haar buurvrouw komt ook elke dag langs.”
Tenslotte ging minister Helder ook mee naar een 78-jarige cliënte die al jaren thuisdialyse heeft. Olga: “Wij helpen met de opbouw van die dialyse. Want ze kan dit allemaal zelf aansluiten en afkoppelen, alleen zijn de zakken met spoelvloeistof te zwaar. Deze mevrouw geniet echt van het leven en staat altijd met de koffie klaar.”
Langer thuis
Minister Helder: “In de toekomst willen we dus dat nog meer mensen langer thuis zorg kunnen krijgen. Daar hebben we een sterke wijkverpleging voor nodig. Het is mooi om te zien dat hier door de wijkverpleegkundigen in overleg met de cliënt wordt bepaald hoeveel zorg er wordt geleverd en dat ze proberen de mensen te leren om zoveel mogelijk zelfredzaam te zijn. Meer digitale zorg kan ook een oplossing zijn als er tekort personeel is of te weinig tijd is.”
Olga vertelt dat HWW zorg inderdaad per januari gaat starten met beeldzorg. “In elk team zijn wel één of twee cliënten die we ook op afstand digitaal kunnen helpen. Bijvoorbeeld om te herinneren aan het nemen van medicatie. Of dat je meekijkt of een bepaalde handeling wel goed gaat. Dat scheelt toch weer tijd om er fysiek heen te gaan. Dat betekent niet dat we de cliënten helemaal niet meer fysiek zien. Dat contact moet altijd blijven.”
“De indrukken die ik zo opdoe in het werkveld, zullen worden meegenomen in het beleid. Ik loop ook mee in andere sectoren, zoals de gehandicaptenzorg,” vertelde de minister. “Dank voor het mogen meelopen en de waardevolle ervaring. Net als Olga werken veel zorgmedewerkers door tijdens de feestdagen. Jullie zijn allemaal onmisbaar! Ik wens alle medewerkers in de zorg een gezond, plezierig en liefdevol nieuwjaar.”